Een ode aan de rokers

Ik heb het zelf ook een aantal jaar geprobeerd, van mijn 14e tot net voor mijn 21e verjaardag, maar ik had niet het doorzettingsvermogen van een echte roker. Ik stopte op 1 januari 2011.

Niet veel later heb ik mezelf, zelfs laten verleiden door sport. Ik weet het, sport is een stuk makkelijker vol te houden en hartstikke verslavend. Het heeft positieve gezondheidseffecten en je voelt jezelf fit. Respect heb ik voor de volhouders, de echte rokers, die doorzetten ondanks alle waarschuwingen en doodsbedreigingen.

Je moet uit het juiste hout zijn gesneden om dit te kunnen. Elke ochtend hoestend wakker worden en een groene klodder in de wasbak tuffend draaien ze hun eerste sjekkie al. Waar ze vroeger overal hun hobby mochten uitvoeren zijn ze tegenwoordig nergens meer welkom. De dokters proberen je te dwingen om te stoppen. Zelfs op de sportvereniging is geen plaats meer voor deze bevolkingsgroep. Als ik weer hardlopend voor bij een groepje rokers loop zie ik ze denken. Wat een arme stakker, die is zeker verslaafd aan hardlopen, waarschijnlijk te zwak voor een echte verslaving.

En gelijk hebben ze, ik probeer het niet meer. Roken maar ook alcohol, waarom zou ik er weer aan beginnen. Ik ben wat dat betreft niet zo’n volhouder. Ik hou het maar bij hardlopen…

Annekdotes Kenia

 

Een zwitser kijkt peinzend naar de atletiekbaan van Tambach, lager gelegen op 1900m, waar wij elke week onze baantraining doen. De sintelbaan loopt niet helemaal waterpas zodat de eerste twee honderd meters licht heuvel op zijn, de tweede tweehonderd meter loopt omlaag. De baan zit vol kuilen en graspollen. De koeien lopen in baan zes rustig van de pollen te eten. Elk honderd meter punt is aangegeven met een grote steen aan de binnenkant van baan één en lijkt niet elke week hetzelfde te liggen. De Zwitser vraagt aan Brother Colm, de beroemde ierse coach van wereldrecordhouder David Rudisha, of de baan wel echt 400m is. Waarop Brother Colm antwoordt: “What do you think, this is a athleticstrack!! Focus on training!!”

 

Een week later loopt Ricardo, een portugese hardloper die ik train en coach, zijn 300tjes strak op het zelfde tempo. Door de pauzes van tweehonderd meter start hij telkens vanaf een verschillend honderd meter punt. Het tempo was strak maar de tijden variëren niet verassend van 59 tot 65 seconden.

 

Frank en ik beginnen net aan ons duurloopje vanaf het Kilimaresort van Koen. Uit het niks verschijnt er een jonge keniaanse loper uit de bosjes van rechts en roept “wait for me!” Als we eenmaal samen joggen vraag ik me af wat voor training hij van plan was. Hij heeft zich voorgesteld als Titus, en Frank merkt op dat zijn coach ook zo heet. Ik vraag “Hey Titus what kind of pace do you want to run?” waarop hij antwoord “Like David Rudisha”.

 

Even twijfel ik nog even of ik om zijn personal bests zal vragen maar besluit het niet te doen. Van de ene kant omdat ik toch niet zeker weet of hij de waarheid zal spreken en van de andere kant als hij dan terug zal vragen wat ik heb staan moet ik met enige schaamte gaan zeggen dat ik een thirtyone op de tien km en een sixtyeight heb gelopen op de halve marathon. Wat in Kenia niet meer zijn dan aardige vrouwentijden, en waarop hij zal antwoorden “not bad, but you can do faster!”

 

Not bad is een standaard antwoord als ze eigenlijk niet willen zeggen dat ze iets niet goed vinden. Als je aan een keniaan met een blessure vraagt hoe het gaat krijg je altijd als antwoord “not bad”. Als ik Gilbert, een atleet van Volare vraag hoe de baantraining is gegaan terwijl de zweetdruppels over zijn gezicht sijpelen en ik zag dat hij het zichtbaar heel zwaar had de laatste sets, antwoord hij ook “not bad”. De Italiaanse coach Renato Canova weet dan altijd gepast te antwoorden op de volgende manier “not bad… not bad… but good is something else éh!”

 

We rijden op de motor met vier personen naar Iten Club, waar we later de motor zullen parkeren en met de Matatu naar Eldoret gaan. Ik stuur en hoewel ik het hier in Kenia al vaker heb gezien lijken vier mensen op één motor net iets te veel van het goede. Ik ben blij dat we allemaal heelhuids afstappen. Twee weken later vertel ik het tegen David, onze keniaanse pikypiky (motor taxi) driver als we met zijn vieren naar het restaurant van Kerio View zijn geweest. Hij vertelt me, het is logisch dat dat niet ging want jullie motor is maar geschikt voor 150kg, terwijl wijst hij naar de sticker op de zijkant van de motor waarop “150cc” staat vermeld.

 

We zitten in een Matatu, een busje waar je redelijk goedkoop mee naar Eldoret kunt. Ik zit achterin samen met Jorin en zijn vriendin Mariska. Frank zit op de middelste bank naast een Keniaanse goedlachse man met een spleet van zo’n zeven millimeter tussen zijn voortanden. De man is druk aan het praten en antwoord op alle vragen van Frank volmondig YES met een glimlach op zijn gezicht. Het busje raakt voller en voller en ik tel op een gegeven moment al veertien mensen in het busje. Op een gegeven moment gaat het gesprek tusen de man en Frank als volgt: Frank: Do you know Emiel Ratelband? Man: YESYES!! Frank: Were you walking on the glowing charcoals as well? Man: YESS Frank: TSSJAKAAAA Frank & Man: TSJAKAAAAAA. Heel het busje heeft het gesprek gevolgd. Nog helemaal tot Eldoret gieren ze het uit van het lachen.

 

Kiptanoui is een keniaanse werknemer van Koen die regelmatig voor me werkt, ik heb wat projecten uit gevoerd om bij Kilima resort outdoor activiteiten te kunnen aanbieden. Bijna altijd was Kiptanoui er om me te helpen. Als Koen hem op het eind van de week uitbetaalt met het geld wat bedoeld is voor de schooltenues van zijn kinderen en het ziekenhuis komt Kiptanoui drie dagen niet opdagen. Ik zie hem ’s avonds ladderzat aan de kant van de weg tegen een hek aan plassen.

 

Florence en Koen besluiten Kiptanoui’s werkgeld voortaan te laten ophalen door zijn vrouw. Tijdens mijn duurloop zie ik hem weer en vraag wanneer hij weer komt werken. De volgende dag staat hij er op tijd, zijn haar geknipt en een nieuw shirt aan. Hij werkt zich een week lang in het zweet en doet goed zijn best. Ik besluit zijn Adidas schoenen, waar zijn tenen alle vijf uit steken aan beide kanten, te vervangen voor een set New Balance schoenen die ik bij heb. Ik hou mijn hart vast maar de volgende dag heeft hij de rood met zwarte schoenen aan. Gelukkig heeft ie ze niet geruild voor een kratje Tusker pils.

 

Zo’n twee tot driehonderd hardlopers verzamelen om 9:00 voor de wekelijkse fartlek op het laagste punt van Iten. Het is een prachtig gezicht om al naar beneden inlopend uit elk huisje en straatje groepjes kenianen stilletjes te zien vertrekken en zich te zien voegen in de stroom hoopvolle atleten die allemaal 25×1-1 gaan uitvoeren. De hele rumoerige groep staat bij elkeaar en ik kan enkele andere muzungu’s ontdekken. Als er één loper bovenop een grote steen klimt wordt het muisstil. De man vertelt vanalles in het swahili en ik versta er niks van. De hele groep lacht en ik lach gewoon mee. Als de man heel traag aftelt van 5 naar 0 volgt de anticlimax, we starten met één minuut joggen. Na één minuut beginnen op honderden horloges de piepjes te klinken en we draven er met zijn allen vandoor, heerlijk! Ik ben op aanwijzing van coach Wilfred wat achterin gestart en haal voortdurend mensen in. Elke keer dat ik een Keniaan inhaal begint deze te sprinten tot hij of zij hijgend en proestend moet afhaken. Zo gaat het iedere  keer weer, ze willen niet graag door een blanke worden ingehaald. Zelfs als ik aan mijn 24ste herhaling begin sprint een snelle dame zo hard ze kan. De 25ste laat ze er bij zitten.

 

De blanke Sondre Moen, Zane Robertson en Julien Wanders die we eerder ontmoetten bevestigen dat. Er zijn veel Kenianen die niet graag met deze snelle blanke heren trainen omdat ze van wereldniveau zijn. In de tweede week ga ik met Julien Wanders, de 21 jarige zwitser die 28.02 heeft gelopen op 10km, mee uitlopen op een easy run. Ik begrijp nu waarom, regelmatig gaat het tempo richting de 16km/u en ik moet aan het eind constateren dat het niet echt een rustige duurloop is geweest.

Ben Eliud Kipchoge

Eliud Kipchoge is één van de meest succesvolle marathonlopers van dit moment en hij staat bekend om zijn manier van zijn. Nu zijn Kenianen in het algemeen al geen druktemakers maar hij staat er om bekend dat hij zich ultiem beheerst. Hij is rustig, in control, wat er ook gebeurt. Prikkels om hem heen doen hem niet zo veel. Prikkels zijn er wel, zeker sinds hij het parade paardje werd van het Nike breaking two project. Het lijkt hem alleen niets te doen. Kalm en rustig leidt de inmiddels multimiljonair een eenvoudig bestaan in Eldoret, Kenia. In wedstrijden zie je af en toe een trekje in het karakteristieke gezicht van de keniaan als het zwaarder wordt. Vrijwel direct accepteert hij het en raakt weer in een soort zen staat.

 

Tijdens mijn reis naar Kenia denk ik aan hem, hoe hij dit zou doen. Het stormt hard als we met mijn auto door de storm naar Amsterdam rijden. De inmiddels 13 jaar oude BMW houdt het spoor makkelijk recht ondanks de zijwind. Ik ben een beetje opgejaagd en heb ’s  nachts niet super geslapen. Ik ben ook geboren met zulk weer, met erger weer nog zelfs, op 26 januari 1990 tijdens dè storm van de vorige eeuw. Of het daar aan ligt weet ik niet, maar ik voel me altijd onrustig tijdens stormen. Op de radio horen we dat er al 150 vluchten zijn gecanceld. Ik weet niet of ik gelukkig moet zijn met het feit dat mijn vlucht wel gaat vertrekken bij windkracht 10. Waar ik op Schiphol mezelf bij aankomst nog enigszins zenuwachtig en geprikkeld voel laat ik het na het inleveren van mijn koffers los. Ik ben Kipchoge zeg ik tegen mezelf en zit kalm voor me uit te staren als de eerste aankondiging van vertraging op de borden verschijnt. We zouden 14:40 mogen boarden maar het mocht niet zo zijn. Door de heftige storm is de vlucht verplaatst naar 14:55. Tijdens het wachten krijg ik een appje van Jamie dat ze op het nieuws ziet hoe moeilijk het is voor vliegtuigen om te landen op Schiphol. Hopelijk krijg ik niet teveel tegenwind tijdens deze reis denk ik letterlijk en figuurlijk.

 

De tijd verstrijkt en de gate blijft ongeopend. Mensen om me heen beginnen te zeuren en te klagen. Ik zeg op een rustige toon terug dat “we can’t do anything about it, being angry about it is useless”. De tijd schuift weer op, dit keer naar 16:30. Ik weet nu dat ik mijn overstap vlucht naar Nairobi niet ga halen in Istanbul. Ik heb het er over met coach Wilfred per app en hij stuurt me: “jouw optimisme is geweldig. Reizen is altijd het beste er van maken. En dat kun jij weet ik uit ervaring”. De laatste keer naar Kenia met Kim Dillen en Wilfred van Mill zat het ook af en toe een beetje tegen maar daar wisten we ons aardig door heen te boksen met z’n drieën. Sowieso hebben we toen ruim éénentwintig dagen doorgebracht met veel grappen en zonder ruzie te maken. Maar dat gaat deze keer niet anders zijn met Frankie en Koen. Frank Futselaar is huidig Nederlands kampioen 10.000m en we gaan samen bij marathontopper Koen Raymaekers trainen en moeten af en toe samen hokken als het druk is op het resort van Koen. Frank en Koen hebben allebei wel humor dus we gaan de zevenendertig dagen met zijn allen wel doorkomen. Bovendien is Jorin Kamps de fysiotherapeut er ook weer bij, we hopen hem niet nodig te hebben maar het is wel een mooie vierde man voor tijdens het kaarten.

 

Tijdens mijn vlucht ben ik rustig, ik zie dat we iets eerder aankomen dan gepland maar dat haalt niets uit want mijn aansluiting is al verloren. Op Kipchoges wijze weet ik me rustig te houden en ik zeg tegen mezelf dat ik toch pas op het vliegveld in Istanbul in actie hoef te komen. Door mezelf druk te maken met nutteloze gedachten en scenario’s creeër ik meer problemen dan er zijn. Ik doe een dutje en eet mijn mashed potatoes met kip. Kim noemt het altijd smashed potatoes en als ik op het bordje van mijn vliegtuigmaaltijd kijk lijkt het daar ook wel op moet ik bekennen. Maar ik heb honger, ben blij met het eten en betrap mezelf zelfs op het uitlikken van het boterkuipje. Je kunt maar binnen hebben wat je binnen kunt hebben denk ik bij mezelf.

 

In Istanbul is het één grote wirwar van mensen en onleesbare bordjes. Ik loop een beetje verdwaasd rond met mijn waardeloze verlopen ticket in mijn hand. Ik wordt alle kanten op gestuurd en spreek nog een Nederlands echtpaar wat volgens hun zeggen “ook van het kastje naar de muur wordt gestuurd”. Ik denk eerder dat ik het turkse systeem niet helemaal begrijp en probeer overzicht te krijgen op het veranderde plan. Even dreig ik Kipchoge’s manier van denken uit het oog te verliezen en weet even niet hoe ik dit allemaal moet gaan oplossen in mijn eentje. De vorige keer kon ik achter ervaren reiziger Wilfred aan lopen maar deze keer sta ik er alleen voor. Kom op Eliud zeg ik vanbinnen, laat me niet in de steek.

 

Ik denk aan de berlijnmarathon van hem afgelopen jaar. Het moment waarop leek dat hij alles onder controle had en ineens in het slotstuk voorbij werd gelopen door de jonge Ethiopiër. Het gezicht van Eliud sprak boekdelen. Angst, angst dat hij tweede ging worden na zijn indrukwekkende winning streak op de marathon. Maar hij deed wat we allemaal van hem hadden verwacht, herpakte zich en liep op puur karakter door de regen de aspiraties van de jonge Ethiopiër aan flarden. Aan het eind van de wedstrijd zei Kipchoge de Cruijfiaanse uitspraak “some people are running trough the rain, others just get wet”

 

Na een praatje bij een Turkish Airline balie bemachtig ik een nieuw ticket en wordt ik doorgestuurd naar “hotel desk”. Maar niet voor ik door de douane wordt teruggestuurd naar een ander loket waar ik een visum voor Turkije moet aanschaffen. De turkse man achter het loket heeft een grote snor en hij lijkt een beetje boos op me, maar geeft me toch een ticket. Ik lach en zeg thank you and have a nice day. Hij knikt en wijst dat ik door moet lopen.

 

Eenmaal bij “hotel desk” is de Eliud Kipchoge weer helemaal terug gekeerd in me. Ik krijg een taxi en een nachtje in het Hilton Hotel met ontbijt en lunch. De volgende dag mag ik met de vlucht van 21:35 mee naar Nairobi. Goed hotel, de kamer lijkt precies op de Hilton hotelkamer van de nacht van oud en nieuw in Soest. Ik voel me zelfs een beetje thuis. Heerlijk rustig slaap ik in het grote bed en wordt alleen om 6:00 heel even wakker als de wekker gaat die de vorige bezoeker van de hotelkamer had gezet. Ik ben in balans, tot rust en slaap tot 9:30! Heerlijk.

 

Bedankt, Eliud Kipchoge, bedankt!

 

P.S. de volgende dag had mijn vlucht naar Nairobi weer vertraging. De Kenianen en ik die op de vlucht zaten te wachten maakten ons niet druk en ondergingen de situatie. Alleen enkele Europeanen maakten zich druk om ons half uur delay.

Weer naar Kenia

In Januari ga ik weer op trainingsstage naar Kenia. De vorige keer heb ik tot de 20ste dag elke dag een stukje geschreven voor mezelf. Het leek me wel leuk om dat met jullie te delen!

 

Dag 0 De vader van Kim rijd met ons mee naar Dusseldorf daar aangekomen stelt Kim de navigatie in zodat hij de weg naar huis terug kan vinden. We zijn op pad! We nemen plaats in de A380 van Emirates en Wilfred benoemt alle specificaties van dit supergrote luxe toestel tot hij ontdekt dat zijn oude lievelingsspelletje ook op het onboard entertainment system zit. Uren speelt hij het spel 2048. We landen in Dubai en kijken daar knauwend op een salade naar het WK atletiek. Later pakken we onze vlucht naar Nairobi.

 

Dag 1 Ik slaap moeilijk en eet rond 3:00 mijn vliegtuig maaltijd samen met Kim. Na wat kletsen spelen we street fighter op het entertainment system, oude tijden herleven! Daarna gaat Kim ook wat proberen te slapen net zoals Wilfred. Mij lukt het niet en ik observeer de stewardessen. Jammer dat wij die van de andere rij niet hebben.  Zonder maar een uur geslapen te hebben komen we omstreeks 6:00 lokale tijd aan in Nairobi, we zoeken onze chauffeur en Karen op en zitten zeven uur lang in een rammelend busje Richting Iten. Ik schrik van de armoede die ik onderweg zie en ben misselijk van de benzinedampen die de busjes voor ons uitstoten. Ik spot nog duizenden zebra’s en andere wilde dieren. Ik zie hier en daar een Keniaan voor zich uit starend op een steen zitten, motors beladen met vier personen of met tien kisten en ik zie kleine kinderen met een touwtje en een blikje spelen. De rest slaapt, misschien moet ik dat ook doen. Maar voor mij bestaat er geen mooiere televisie dan het raampje waar ik op dat moment verwonderd uit kijk. Als we bij de Nederlandse marathonloper Koen Raymaekers aankomen mogen we direct aan tafel. We eten voor het eerst Ugali, niet wetend dat we dit voortaan elke dag eten smikkelen we het allemaal op. Daarna doe ik een dutje voordat we ons eerste duurloopje gaan doen. 50 minuutjes is genoeg voor de eerste dag. Ik slaap die nacht heerlijk op mijn keiharde matras!

 

Dag 2 In de ochtend lopen we 90min, misschien aan de lange kant maar het voelt al lekkerder dan de eerste dag. Al hijgend loop ik naast Koen en probeer volzinnen te praten alsof de hoogte me niks doet. Elk kindje roept howareyou naar ons en we steken vriendelijk onze hand op elke keer. Bij Wilfred vragen ze om zijn horloge, blijkbaar ziet hij er uit alsof hij hem kan missen. Ik drink een recoveryshake met verse melk van de koeien die Koen en Florence hebben en speel nog wat met Max en Jip de kinderen van Koen en Florence. Savonds doen we nog eens een kilometer of 9 met 6x140m langs de weg. We zien de Kenianen verrast opkijken als we een keer het asfalt verkiezen boven de rode zandpaden.

 

Dag 3 Gedurende de nacht ben ik ziek geworden. Hoofdpijn een rommelende maag en flinke koorts! Dat lopen kan ik morgen wel vergeten denk ik zo. En dat blijkt, heel de dag lig ik op bed in mijn authentieke Keniaanse hut en drink ik na elk toiletbezoek een glaasje ORS. Hopelijk is het morgen beter. In de middag wandel ik met Wilfred, Jorin en Karen naar de waterval in het oerwoud achter onze verblijfplaats. Onderweg zien we apen door de boomtoppen slingeren, prachtig zeg ik terwijl ik me bedenk dat ik nog nooit apen buiten de dierentuin heb gezien.

 

Dag 4 Ik heb een nacht goed geslapen maar besluit verstandig te zijn en ga niet mee met het ochtendloopje. Ik voel me een beetje lui als ik de rest zie terug komen maar ik weet dat het verstandig is. Als ik samen met Koen Kim, Wilfred en Karen heb afgezet bij de Gym van Kerioview jog ik hem hem terug. Wel 3 kilometer is ons loopje. Dit gaat al weer! Morgen terug op volle kracht! Een paar uur later komen Wilfred en de rest aangereden in Koens rechts gestuurde witte Subaru Jeep. Het was even wennen maar we zijn er merkt Wilfred vrolijk op.

 

Dag 5 We staan vroeg op en gaan naar de atletiekbaan iets lager gelegen. De atletiekbaan in Iten is dicht en dat blijft nog wel een tijdje zo. Als we aan komen rijden met Koens auto wordt hij door iedereen begroet. We doen een gezamenlijke warming up en worden nauwlettend in de gaten gehouden door de Kenianen als Wilfred de loopscholing leidt. Twee shirtjes doen dienst als pionnetjes. Koen zegt lachend dat hij dit vaker zou moeten doen maar dat ze het hier in Kenia niet zo gewend zijn om loopscholing te doen. We lopen 10×200 (33) en dribbelen door tijdens de 200 pauze. Ik kan zelfs een rondje aanpikken bij een Keniaans treintje. Dat gaat potverdikke lekker! Een keniaanse 800m loper in zijn blote bast zegt tegen me “going strong” en geeft me een boks. Op mijn laatste 200tje loop ik 31 seconden en dubbel ik Wilfred. Tijdens de dribbelpauze er voor loop ik 16km/u om dit mogelijk te maken. Ook Wilson Kipsang is aan het trainen op de baan en loopt 12×800 op bijna hetzelfde tempo als ik op mijn 200tjes. Achja verschil moet er wezen. ‘S avonds lopen Wilfred, Kim en ik nog 60minuutjes los terwijl Jorin vanaf zijn motor foto’s van ons maakt. Jorin is fysio voor Volare en rijd op zijn gehuurde motor naar alle snelle keniaanse atleten als ze behandeld moeten worden. Een rijbewijs heeft hij niet, zelfs niet voor de auto. Toch verhuurden ze hem deze motor en kon hij na een uurtje oefenen motor rijden.

 

Dag 6 Om 6:30 staan Jorin, Koen en ik op voor de lange duurloop. We lopen op een pittig tempo en na 60min slaan Jorin en Koen af naar huis. Koen is terugkomend van een blessure en bouwt voorzichtig op. Ik drink in een teug mijn bidon leeg die ik bij een oud vrouwtje langs de weg in bewaring had gegeven en loop door. Het tempo gaat omhoog, zelfs heuvelop. Ik zie kilometers van 3:50 en 3:40 doorkomen op mijn polar. Als ik op het eind van mijn 100minuten duurloop weer bij het vrouwtje aan kom staat ze al klaar met mijn bidon. Ze wijst de kant op waarop Koen en Jorin zijn gegaan alsof ze aan mijn verweerde gezicht af leest dat ik niet meer zelfstandig de weg kan vinden. Na het ontbijt help ik Koen met het bouwen van een nieuwe tafel. Heerlijk met hout en metaal aan de slag. Op onze slippers en in sportkleding zijn we in de weer met grote slijptollen, steeksleutels en hamers. Ons improvisatievermogen komt goed van pas. Later die dag rij ik op de motor van Jorin naar Iten. Jorin zit achterop, we dragen geen helm en hebben geen rijbewijs maar dat lijkt geen probleem hier in Kenia. Lachend groeten alle Kenianen de twee mzungu’s op de motor en kijken ons na als we langsrijden. We komen bij een politieblokkade en steken onze hand op naar de politie, we mogen doorrijden. In Iten koop ik een shirtje van het nationale atletiekteam. Jorin staat wat af te pingelen en koopt nieuwe Adidas wedstrijdschoenen voor 6000 shilling oftewel zo’n 55 euro. In Nederland blijken de schoenen bijna het vierdubbele kosten. Hobbelend over de rode paden rijden we terug naar ons verblijf.

 

Dag 7 ‘S ochtends lopen we ontspannen los, dat gaat lekker! Dit belooft wat voor de middag. In de middag staat er 10×300 op het programma. Florence, de vrouw van Koen heeft voor ons een taxichauffeur geregeld. Voor 2000 Shilling gaat hij de hele middag met ons mee en maakt hij foto’s op de baan. Hij geniet er zichtbaar van en hij verdient er een mooie duit mee verklapt zijn welvaartsbuik en een smartwatch om zijn pols. Tijdens onze training heeft er een groepje Keniaanse jongedames buiten les. Ze zitten dicht bij de baan en elke keer dat ik passeer is hun aandacht even niet meer op het bord gericht. Even voel ik me gevleid maar later hoor ik van Kim dat ze dat bij haar ook deden.

 

Dag 8 Ik loop vandaag twee keer zestig minuten, niks bijzonders eigenlijk. Zulke dagen zijn er ook.

 

Dag 9 Met Koens auto volgeladen dalen we af naar een dorpje wat op 1300m hoogte ligt. Voorin zitten Wilfred en Koen, 0p de achterbank zitten Kim, Karen en ik en in de kofferbak zit zwangere Florence samen met de kinderen Jip en Max. We hebben nog aangeboden om zelf in de kofferbak te gaan zitten maar Florence stond er op dat ze bij de kinderen in de kofferbak ging. Een beetje beschaamd voel ik me wel als ik denk aan het idee dat ik als jonge sportman op de achterbank zit terwijl er een zwangere vrouw in de koffer moet. Als we beneden zijn aangekomen merken we pas hoe warm het in Kenia kan zijn. Op de hoogte van Iten merken we er niet zo veel van maar hier is het warm, verzengende hitte. Koen parkeert de auto aan de kant en we beginnen aan de warming up. Net daarvoor merk ik op dat de linker achterband wat slap staat. Koen houdt een motor aan en Florence stapt achterop. Het wiel, vakkundig verwijderd door Wilfred, wordt vervoerd op een andere motor. We lopen 6x4min op een redelijk vlakke asfalt weg. De hitte vervormt de lucht in de verte als we starten op onze eerste vier minuten. Koen en ik klokken een mooi tempo van 3:03 min/km wetend dat het licht naar beneden afloopt. De tweede is in 3:18 min/km en nu is de helling beter merkbaar dan naar beneden. Tijdens het verloop van de training zien we dat Wilfred en de auto met drie wielen een steeds interessantere bezienswaardigheid wordt voor de lokale bevolking. Ze staan met zo’n twintig man rond de auto en Wilfred. Aan het einde van de training is de auto helemaal klaar en rijden we nog een stukje door naar een troebel zwembad. Dik twee uur hangen we daar een beetje rond en bestellen we wat smoothies. Na wat overleg in de keuken blijkt er geen smoothie meer te zijn en moeten we het doen met een pak mangosap en een paar glazen. Ook goed! Licht verbrand rijden we terug naar ons verblijf en rusten we uit.

 

Dag 10 Fris blijven! Zei Wilfred bij het ontbijt en ik herhaal de woorden in mijn hoofd als Jorin het tempo verhoogt tijdens de lange duurloop van 120min. Ik besluit mijn eigen tempo te blijven lopen, een tempo waarop ik niet hoef te hijgen en makkelijk kan drinken als Wilfred mijn drinkbus weer aangeeft. Wilfred begeleid ons die dag vanaf een roestige mountainbike met nog twee werkende versnellingen en slechts één rem. Het is een wonder dat hij het er heel vanaf brengt want tijdens het eerste stuk rijdt hij in een greppel en kort daarna met de camera in zijn rem-hand full speed over een speed bump. Maar dat terzijde. Aan het eind van de training mag ik het laatste kwartier doorversnellen. Ik steek Jorin voorbij en heb enorm frisse benen! Ik ben blij dat ik me de hele training heb kunnen inhouden en loop nu fluitend nog een paar kilometers van 3:25 er achteraan. Dit zit goed! Ik sluit deze week af met een record van 140 kilometer in één week!

 

Dag 11 Na het pannenkoeken ontbijt wandelen we naar de gym van Kerio View voor de krachttraining. Krachttraining is nog nooit mijn favoriet geweest, al weet ik dat ik het goed kan gebruiken. Zeker op de hoogte hier. Tijdens de krachttraining wordt ik medium enthousiast en besluit ik van wat statische oefeningen over te gaan naar wat dynamische en af te sluiten met loopscholing en sprints. Wilfred vind dat we wel een milkshake verdiend hebben en we bestellen een lekkere chocolade milkshake. Dat moet ook wel want de andere smaken zijn op. We genieten van onze shake, maar niet voor we een schepje eiwitpoeder hebben toegevoegd en vervolgen later onze weg terug naar huis. In de middag loop ik samen met Kim los. Ik ben net voor ons rondje uit bed gekomen en wordt zo’n 5min voor het einde van de training wakker.

 

Dag 12 Eindelijk is het zo ver! We gaan met de motor op weg naar de fartlektraining. Jorin heeft ons beloofd dat er minimaal 150 kenianen zullen zijn, later blijken het er zeker 250!! Ik rij voor het eerst met twee mensen achterop de motor en dat gaat vrij soepeltjes. Voor aanvang van de training gaat een Keniaan boven op een heuveltje staan en vertelt het programma: 25x 1min snel 1min rustig. Elke week is het programma hetzelfde dus waarom hij het vertelt blijft een raadsel, de Kenianen luisteren echter aandachtig naar zijn praatje. Dan tellen ze af van vijf naar nul en vertrekken we de heuvels in. Gedreven door adrenaline en enthousiasme loop ik de eerste tien minuten met de kopgroep mee. Het is een gedrang van heb ik me jou daar. Het lijkt wel de start van een cross maar dan tien minuten aan een stuk. Daarna komen we wat meer op een lint te lopen en ik moet de marathontoppers laten gaan. Na zo’n vijftien intervals beginnen we wandelende uitgestapte lopers in te halen. Die bleken het dus ook niet vol te kunnen houden denk ik. Stug loop ik hijgend door en ik voel bijna het verschil niet meer tussen de snelle en trage stukken door alle heuvels en het korte herstel. Als ik aan de drieëntwintigste interval begin ben ik nog alleen over. Ik zie geen enkele Keniaan meer rennen. Wellicht heb ik het programma toch verkeerd begrepen denk ik. Ik maak het programma netjes af en jog terug naar huis. Dit was een grote chaos, maar vet!

 

Dag 13 Met Wilfred als begeleider op de mountainbike starten Kim en ik aan onze longrun. Ik heb 90min op het programma en kim 120. Na zo’n 2min begeeft de mountainbike het. Ik vind dat ie het nog goed volgehouden heeft de laatste dagen! Kim en ik drinken heel onze bidon leeg en gaan met z’n tweeën op pad. We besluiten een nieuw pad te verkennen en aan de vele hardlopende Kenianen te zien zitten we goed. Na zo’n 80min komen we er achter dat ons lusje iets langer is dan de 90min die ik zou moeten doen. Een jongetje van ongeveer tien jaar loopt blootvoets ruim een kilometer mee. Als hij hijgend afhaakt vraag ik me af of hij echt geen last had van de steentjes die Kim en ik zelfs door onze schoenen heen voelen. Na 115min staan we weer voor de deur van Koens Kilima resort. Als we de lunch op hebben behandelt Jorin me preventief en daarna slaap ik de hele middag als een baby!

 

Dag 14 In de ochtend gaan we met Koen zijn auto naar Tambach voor een Tracksessie. 2x8x400 staat er op het programma. Na het inlopen trekken we onze snelle schoenen aan en beginnen we aan onze training. Tijdens onze training is een keniaanse man de binnenbaan aan het repareren. Elke ronde is het een verassing of er weer meer los zand ligt in de bocht van de eerste honderd meter. De tempo’s gaan allemaal rond de 72sec (20km/u) Op het laatst zelfs nog wat harder! Dit had ik niet verwacht na de Fartlek van dinsdag en de te lange duurloop van gister. Morgen de eerste rustdag in het schema. Wat doe je eigenlijk op zo’n dag? Je zou het haast vergeten..

 

Dag 15 Rustdag, we hebben ons weten over te halen om mee te gaan op safari. Dus om 5:00 sharp staan we te wachten op onze driver die ons komt ophalen in de Toyota Landcruiser pick-up die we mogen lenen van Wilson Kipsang. Om 5:45 vind ik dat ik genoeg gewacht heb en draai om en loop terug richting huis om verder te gaan slapen. Precies op dat moment roept Wilfred: Hee daar komt ie! Zo zitten we even later hobbelend in de achterbak van de pick up vol verwachting rond te kijken. Het eerste uur zien we enkel een schim van een baviaan, de krokodillen vinden het nog te koud om boven water te komen en we grappen over de dag dat we op safari gingen maar niks zagen. De gids spot echter steeds meer olifantenpoep, we zijn een kudde olifanten op het spoor! De driver heeft de pick-up vakkundig op een goede plaats geparkeerd en als we op het dak staan zien we tientallen olifanten. Althans de kop en de rug daarvan, de rest zit verscholen achter de wildernis. Op de terug weg zien we nog krokodillen, zebra’s, apen, zwijnen en muisherten. Wat een dag.

 

Dag 16 De uren op het houten bankje achter op de pick-up van Wilson hebben me niet goed gedaan. Een stijve rug en het bekken zit wat vast bedenk ik me als ik op sta. We rijden naar Eldoret om 10-8-6-4-2-1 in oplopend tempo te doen op de vlakke asfaltweg. De tempo’s lopen van 3:40 naar 3:10, dat is niet slecht! Ik voel mijn rechterkuit echter steeds meer verkrampen. Niet goed denk ik! In de avond wil ik mee loslopen maar na een kilometer haak ik af. De kuit voelt superstijf en gaat steeds meer zeer doen. Ik wandel naar de fysio en hij maakt mijn bekken los en zeven of acht vaste rugwervels. Hopelijk word ik morgen weer wat beter wakker.

 

Dag 17 Longrun dag maar ik ga niet mee. Wilfred en Kim lopen in de hitte een duurloop van 160min. Ik lig in bed en slaap de hele ochtend. Aan het eind van de middag bij het laatste licht van de dag probeer ik wat te lopen. Ik jog voorzichtig tien keer één minuut en wandel terug naar huis. Mijn kuit voelt nog stijf maar mijn rug en bekken zijn in ieder geval weer recht voel ik. Jorin masseert de pijnlijke streng in mijn kuit en ik ga op tijd naar bed.

 

Dag 18 ’s Ochtends gaan we naar de gym bij kerioview. Eerst drinken we koffie met Nederlands marathonheld Michel Butter en daarna voeren we onder toeziend oog van hem ons heupstabiliteit programma uit. Maar niet voordat ik veertig minuten op de crosstrainer heb staan rammen. Dat voelt lekker! Rond zes gaan we voor een loslooprondje op Butter-tempo. Volgens zijn verhaal loopt hij in Kenia altijd extra langzaam los vanwege de heuvels. Ik ben blij dat ik haast pijnloos 40min kan joggen

 

Dag 19 Kim en ik lopen los over de plakkerige Keniaanse grond. Het heeft vannacht geregend en voor we het weten zit er een dikke centimeter aan rode modder onder onze schoenen geplakt. We lopen voorbij het Kamarini atletiekstadion wat in aanbouw is en doen de bijbehorende klim. Vanmiddag staat er 10×1000 op het programma maar onze benen voelen nog niet alsof dat makkelijk gaat zijn. We hebben voor zestig euro de tartanbaan van Lornah Kiplagat afgehuurd omdat we dit programma op een strakke baan wilden doen. Bij aankomst blijken we geen gebruik te mogen maken van baan één omdat die in December gerepareerd gaat worden. Wat er gerepareerd gaat worden kunnen we niet bespeuren maar we houden ons aan de regels. We lopen onze duizendjes in baan twee en een dikke tuinslang doet dienst als eindpunt. Ik loop ze allemaal in 3:17 of 3:18 en alhoewel ik nog niet de souplesse heb van een week geleden is mijn kuit weer op volle sterkte. Met zijn drieën op de motor rijden we terug naar huis. Ik mag rijden en Kim zit veilig tussen mij en Wilfred in.

 

Dag 20 Het heeft de hele nacht geregend en de rode paden zijn veranderd in een boel plakkerige klei. We besluiten onze zestig minuten duurloop op de asfaltweg te doen van Iten richting Eldoret. Het loopt een beetje omlaag dus het tempo is vrij makkelijk boven de 15km/u te houden. We komen weer van alles tegen onderweg:

  • Een motor met dertig levende kippen achterop.
  • Een kleine pick-up met zo’n honderd kratten opgestapeld.
  • Een kleine pick-up met zo’n twintig personen achterop.
  • Een paar schapen met een touw om hun nek, vastgebonden aan een pluk gras.
  • Honderden kinderen wandelend in schooluniform, meisjes en jongens zijn kaal en ze zwaaien vrolijk ‘howareyou’ roepend. Één jongetje roept: give me your watch en ik roep terug dat ik er maar eentje heb. Al is dat niet helemaal waar.
  • Wilfred van Mill die ons staat te filmen.
  • Een ruime hoeveelheid hardlopende Kenianen die ook de weg hebben verkozen boven de modder.
  • Bijna ingezakte kraampjes met fruit en groenten.
  • Een politieblokkade, ik mag doorlopen.
  • Een motor met een regenpijp van zes meter overdwars geladen.
  • Maisvelden, heel veel maisvelden.
  • Een oude vrouw op blote voeten wandelend langs de lange weg.
  • Winkeltjes met reclame beschilderde gevels.

 

Na deze run moeten we even wachten omdat Wilfred de krik van de auto heeft uitgeleend aan mannen die de linker voorband van een busje aan het wisselen zijn. Ze hebben de krik vlakbij het linker achterwiel geplaatst en de lekke band ging er gemakkelijk af. Voor de volle band kan de krik nu niet hoog genoeg. Ze besluiten een gat te graven onder het voorwiel en monteren na een half uurtje eindelijk de volle band. We gaan op de terugweg even langs de man die onze Keniaanse kralen armbandjes heeft gemaakt. Ik heb hem mijn trainingsschoenen beloofd. Even twijfelde ik om ze weg te geven maar als we wegrijden zie ik dat de man met een andere man de schoenen enthousiast staat te analyseren. Hij lijkt er heel blij mee. Als ik wakker wordt van mijn middagdutje is wereldrecordhouder Dennis Kimetto net bij Jorin geweest voor behandeling. Tot mijn grote verbazing vraagt hij aan ons of hij met ons op de foto mag. Supergaaf! In de avond doe ik mijn langzaamste duurloopje van alle trainingen hier in Kenia. Van Michel Butter geleerd. Ik jog in 5:40 per kilometer en de hartslag blijft laag.